Waarom delen wat je eet niet hetzelfde is als weten wat je eet
Bewust eten is denieuwe trend. Nooit eerder werd er zoveel gepraat over eten. Op televisie kijken we met z’n allen dagelijks in primetime naar programma’s als Komen Eten, Dagelijkse kost of SOS Piet, en dan hebben we het nog niet eens over zenders zoals Njam voor de echte fans. Wie even genoeg heeft van al deze goedgemutste hobbykoks vindt in het internet geen soelaas, waar elke dag tientallen nieuwe foodblogs als gegrilde paddenstoelen uit de grond schieten en ‘food’-gerelateerde tags de hoofdmoot vormen op Instagram. Ook kranten bevatten elk weekend paginalange bijlages vol exotische recepten en uitgerekte recensies over het zoveelste nieuwe kookboek van een cupcake-bakkend ex-model, veganistische yogaleraar of sympathieke Bourgondiër.
Uiteraard, eten is belangrijk, en ik heb er helemaal niets tegen dat de modale burger meer info zou krijgen over iets wat toch een groot deel uitmaakt van diens leven. Maar maakt de info die we nu veelvuldig te verteren krijgen ons voedingspatroon ook effectief beter? Want net zoals mensen door een overdosis pseudo-informatie op Donald Trump stemmen, vrees ik ook dat op het voedselgebied de brave Vlaming door de ovenschotel de wortel niet meer ziet. Want wie kan nog echt zeggen dat hij ‘bewust’ eet, als ‘bewust’ niet alleen gezond betekent maar ook biologisch, lokaal, milieuvriendelijk, caloriearm en liefst ook nog eens origineel en esthetisch genoeg voor de volgers op Instagram?
Voeding in de black box
Ikzelf merk tijdens mijn wekelijkse expeditie naar de supermarkt dat het steeds moeilijker wordt om op een weloverwogen manier mijn kar te vullen. Zo had ik de biologische broccoli in mijn handen, om na een nauwkeurige etiket-analyse tot het besef te komen dat deze in ‘ecologisch’ papier verpakte knol uit Zuid-Afrika kwam. Terwijl zijn niet-biologisch bestempelde soortgenoot wel gewoon in een boerderij in West-Vlaanderen het licht zag. Biologisch klinkt goed, maar is in dit geval maar een holle term. Heel nobel allemaal dat we vol minachting spreken over kledingmerken die hun productie in tal van lage loonlanden concentreren, maar de massale import van tropische voedingswaren aan constante dumpingprijzen wordt slechts zelden geproblematiseerd. We vinden Trump hypocriet omdat hij de klimaatakkoorden wil verbreken, maar over het aantal vliegtuigen en schepen dat de wereld rondreist om onze ‘dagelijkse kost’ op het bord te brengen wordt niet gesproken. Dan liever een nieuw kerstreceptje.
Waarom wordt, in een samenleving waarin eten zo belangrijk geworden is, de black box errond niet geopend maar slechts verder vergrendeld? Iedereen weet dat het vlees van de plaatselijke slager van betere kwaliteit is en dat de groenten van de lokale kruidenier veel biologischer zijn. Daar proberen ook Jeroen en Pascale ons al jaren vergeefs van te overtuigen. En toch keren we elke keer terug naar die verrekte supermarkt, waarvan we dan met Keniaanse appelsienen vol chemicaliën thuiskomen.
Het kan ook anders
Nochtans kan het informeren van je klanten toch niet moeilijk zijn. Mocht ik geloven in complottheorieën zou ik zeggen dat supermarkten, voedingsbedrijven en andere economisch gestuurde organisaties ons doelbewust onwetend houden. Want waarom anders is er bijvoorbeeld in de supermarkt geen aparte afdeling voor lokale voeding? In de Delhaize zijn er tegenwoordig mooie rekken voor de wereldkeuken, waar per land duidelijk afgebakend is welke producten ervandaan komen. Een soortgelijke aparte hoek waar alle Belgische voedingswaren bij elkaar staan, zou het ons veel gemakkelijker maken om uit te kiezen wat we deze week op het menu kunnen zetten op basis van wat er lokaal te verkrijgen is. Of een simpel herkenbaar label voor lokaal gekweekte producten kan net zo goed werken. Goed voor het milieu, maar ook goed voor de Belgische economie, en een definitieve komaf met het excuus van onwetendheid. En als we dan toch de goede dingen op de verpakking labelen, waarom dan ook niet de slechte? Een icoon van een spuitbus, bijvoorbeeld, dat duidelijk aangeeft of er al dan niet een chemische behandeling is gebeurd. Daarnaast mag het minuscule lettertype waarin het land van herkomst en de voedingswaarde staat aangegeven gerust wat opgetrokken worden. Ook de demystificatie van mysterieuze ingrediënten zoals maltodextrine, emulgator of sojalecithine (een greep uit wat ik zoal op de achterkant van mijn cornflakesdoos vond) is een hekel punt, niet elke supermarktganger gaat immers door het leven als chemicus.
Het zijn simpele oplossingen die het consumentenbewustzijn wel aanzienlijk zouden verbeteren. Want iedereen, ook wie niet zijn eigen wortels teelt of zijn aankopen doet in een hipsterige biowinkel, heeft het recht en de plicht om te weten wat hij eet. Maar die plicht impliceert wel dat we eerst zelf kritisch naar ons eten kijken. Ja, de Peruaanse spinazie ligt naast de Belgische, maar iedereen van ons is maar een kleine moeite of een goedkope leesbril verwijderd van de juiste informatie. Zo kunnen we weer zonder schuldgevoel genieten van onze allernieuwste Njam-geïnspireerde creaties. En vergeet u vooral niet om daarvan een mooi bewerkte foto op sociale media te plaatsen.
Dit opiniestuk werd geschreven in het kader van de Redelijk Eigenzinnig-workshop “Opiniestukken Schrijven”, georganiseerd in het najaar van 2016.
Redelijk Eigenzinnig vormt het motto van de VUB. Sinds academiejaar ‘15-‘16 is het ook de titel van een interdisciplinair opleidingsonderdeel en lezingenreeks.
De mens-, maatschappij- en onderwijsvisie van de VUB is gebaseerd op de fundamentele waarden van vrije meningsuiting, sociale bewogenheid, kritische vorming en verantwoordelijkheid. Als enige Vlaamse universiteit stelt de VUB uitdrukkelijk humanistische waarden en het principe van vrij onderzoek centraal.
Vertrekkende van deze waarden wil “Redelijk Eigenzinnig: Nadenken over Mens en Maatschappij” aanzetten om zonder vooroordelen en dogma’s na te denken over belangrijke maatschappelijke vraagstukken.
Programma en inschrijven: redelijkeigenzinnig.be